Oeps...

10 april 2015

​Zijn we al meer dan een maand verder??! Even de tijd uit het oog verloren. Kan gebeuren hè als je je niet meer hoeft bezig te houden met onbenulligheden zoals data en tijd .
Eerlijk gezegd hebben we gewoon geen tijd gehad om eens even aan het blog te werken. Alle 'vrije tijd' hadden we nodig om bij te komen van het reizen! Daarom hebben we besloten het wat rustiger aan te doen. We kunnen moeilijk nog vakantie extra pakken om bij te komen van onze vakantie, toch?
De laatste keer dat ik een blog heb geschreven zaten we nog in Kuta, Indonesië. Ik zal jullie in een notendop op de hoogte brengen van onze belevenissen in de tussentijd:
1. Een nacht op de 2 sterrenvloer van de luchthaven in Kuta. Geen kakkerlakken, vandaar 2 sterren.
2. 'Lastminute' vliegtuig naar Kuala Lumpur, Maleisië. Op het vliegveld kwamen we er helaas achter dat ze niet aan last minutes deden. Vliegtuigtickets worden duurder naarmate de tijd verstrijkt en je besteld ze het beste via internet. Dat vertelde de vrouw aan het loket ons tenminste, nadat ze ons eerst heel vreemd had aangekeken. Dus wij terug naar de inkomhal. We probeerden het wel met de gsm. Na 5 keer het hele boekingsproces doorlopen te hebben (de Wifi was op zijn zachtst gezegd een beetje wispelturig) kregen we de tablet van onze Tsjechische vrienden in onze handen geduwd. Ze konden ons gestuntel niet meer aanzien. Gelukkig hadden we nog minstens 6 uur voordat we konden inchecken .
3. Vierdaagse ontdekkingstocht door Kuala Lumpur. Wat een luxe! Gratis en begrijpbare pendelbussen en zeer goedkope skytrain connecties. Toch hebben we vooral gewandeld. Kuala Lumpur heeft nog maar weinig geheimen voor ons. Waar we niet hebben gewandeld, was simpelweg geen voetpad.
4. Met de bus naar Georgetown. Georgetown ligt op het eiland Penang, een provincie van Maleisië. Tijdens ons verblijf hier zijn we een aantal zeer interessante dingen tegengekomen zoals onder andere de Kek Lok Si Temple, de penisplant in de Botanical Garden (hetgeen ze veel beter Monkey Garden hadden genoemd, we hebben meer apen als iets anders gezien. Apen heul was er niets bij) en een mooi nationaal park met een zeer bijzonder leegstaand meer en een prachtig verlaten strand (even ter info: dat laatste is niet sarcastisch).
5. Vanuit Penang met de bus de grens over naar Krabi, Thailand. Met veel zenuwen zijn we in de bus naar Krabi gestapt. Onze Tsjechische vrienden waren de dag ervoor namelijk flink bezeikt toen ze de grens probeerden over te steken.  Volgens een nieuwe Thaise wet moeten buitenlanders kunnen aantonen dat ze per persoon over minstens $700 beschikken. In het geval van Peter en Zuzi betekende dit dat ze de douane $1400 dollar in cash moesten laten zien. Terwijl ze na 4 dagen hun vliegtuig naar huis hadden! Zelfs het laten zien van het vliegtuigticket was niet voldoende voor de  agent. Na een bribe van $60 dollar was de agent ineens heel wat beter gezind en mochten ze toch de grens over. Onze zenuwen waren voor niks geweest. We zijn zonder problemen de grens over geraakt.
6. In Krabi een dagje strand (met aapjes), een dagje kwijlen naar veel te dure excursies en een dagje de Tigercave tempel met 1237 traptreden. Dat was een goeie oefening. Maar het uitzicht was al de moeite dubbel en dwars waard .
7. Van Krabi in 10 uur naar Bangkok met de nachtbus. Je denkt dat je daarmee een nachtje accommodatie uitspaart maar het effect is dat je de volgende dag de hele dag op bed ligt om je slaap in te halen of dat je de stad maar met één oog half open kan verkennen .
8. Paar daagjes Bangkok. Het leukste vonden we nog wel de public ferry. Er ging een grote rivier langs Bangkok en er waren een hoop kanaaltjes binnendoor. Dat ging heel wat sneller dan met de bus want in Bangkok is het de hele dag spitsuur. Je moest je enkel even goed vasthouden als we een tegenligger tegenkwamen in de bocht. En natuurlijk oppassen dat je je niet misstapt bij het verlaten van de boot . Ook de Wat Po was de moeite waard, Één van de mooiere tempels die wij hebben gezien. Misschien ken je het wel. Die met een enorme liggende buddha erin. Verbazingwekkend hoe ze die tempels hier maken. Je ziet ze overal! Op een gegeven moment word je er zelfs moe van en veranderd de 'wauw wat mooi!' in 'onee hè, alweer een tempel'. :-P
9. Na Bangkok was het tijd voor wat lugubere geschiedenis en zijn we met de 'slow' trein naar the Bridge over River Kwai in Kanchanaburi vertrokken. Wat een geweldige locatie en wat een overweldigende geschiedenis. Ons bezoek aan de Hellfire pas was reden voor een grondige bezinning. In 15 maanden hebben er 105.000 japanse krijgsgevangenen en slavenarbeiders zich doodgewerkt aan de 'Death Railway'. We kunnen het ons niet voorstellen.
10. Met de bus van Kanchanaburi naar Bangkok en met de VIP/lijnbus naar de grens van Cambodia. Zoals vaak hier begint het heel goed maar raak je teleurgesteld als je merkt dat je toch niet zo'n Important Person bent en de bus eigenlijk stopt en mensen + goederen oplaadt waar het maar kan. Één nachtje in Poipet was meer als genoeg. Na getuige te zijn geweest van een losgeslagen man die zich tot bloedens toe begon uit te leven op een glazen vitrine, hebben we zo snel mogelijk vervoer naar Siem Reap gezocht. Deze hebben we volkomen onverwacht gevonden op een volledige tourbus voor ons tweetjes. Ze brachten enkel toeristen van Siem Reap naar Thailand. Met ons konden ze op de terugweg een centje bijverdienen. Wat een weergaloze win-winsituatie!
10. Siem Reap: DÉ uitvalbasis om als toerist het Angkor Wat complex te bestormen. Als makke lammetjes hebben we de gevestigde toeristencode ('Als je in Cambodia bent MOET je Angkor Wat bezoeken) opgevolgd. Met de broer van een 'betrouwbare' tuk-tukdriver (we hebben geleerd dat het begrip vertrouwen hier een heel andere betekenis krijgt als er toeristen mee gemoeid zijn)  hebben we de tempels een dag getrotseerd. Door de zinderende hitte was het geweldig afzien maar zekèr al onze energie en die van onze camera waard.
11. Van Siem Reap met de bus naar Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodia. Dat viel toch wel wat tegen. We vinden het eigenlijk maar een lelijke stad. Veel afval- en verwaarlozing.
12. Met de Sorya bus naar Kratie, het hoofddorp van Kratie. Een stad kan je het niet noemen maar wel een heel gezellig dorpje aan de majesteuze Mekong River. Stiekem zijn we naar de zeldzame zoetwater Irriwady dolfijnen gaan kijken. Ze hebben een muur langs de rivier gebouwd zodat ze geld kunnen vragen aan toeristen die ze wel eens willen zien. Maar daar lieten we ons niet door vangen. Even verderop was een heerlijk plekje waar je kon zwemmen EN een glimps kon opvangen van de dolfijnen ;-). Jammer genoeg hebben we geen bewijsmateriaal. Ruzie met de camera :-o. Gelukkig zijn we dan Patrick tegen gekomen, onze cameraman in nood. Wat blijkt, hij woont in Hechtel. Vlakbij! We hebben zelfs gemeenschappelijke vrienden. Reden genoeg om onze Belgisch Limburgse krachten te bundelen en samen ons reis verder te zetten. Ons verblijf in Kratie hebben we afgesloten met een nachtje op het eiland Koh Trong. Midden in de Mekong. Je kon er enkel met de ferrie raken. Maar die zag er toch iets anders uit dan zoals wij ze kennen ;-).
13. Na de stadjes en de dorpjes waren we toch wel benieuwd naar de natuur van Cambodia. Op naar Banlung, het hoofddorp van Rattanakiri dus. Daar hebben we onze meest hachelijke scootertocht ooit meegemaakt. Nooit meer, gaan we naar een afgelegen waterval waar we enkel kunnen raken over een dirt 'road'. Road tussen haakjes omdat het begrip weg of pad een bepaald niveau doet verwachten die wij daar absoluut niet konden vinden. Ja, misschien onder die meters dikke laag zandstof?! En natuurlijk net nadat Stef van de achterbank schreeuwde dat ik echt   best goed reed, zijn we twee keer neergegaan. Ongelooflijk raar maar waar, aan het einde van de tocht was de scooter er nog erger aan toe als wij. De rollen werden omgekeerd en voortaan moesten wij de scooter helpen de berg op te raken. Fata Morgana's van borden die 1km vermeldden in plaats van 10, verblindende stofwolken van voorbijstekende jeeps en tegensprekende aanwijzingen van behulpzame 'english no have' locals maken het plaatje compleet. Om het goed te maken hebben we onszelf maar verwend met een tweedaagse trektocht in de jungle van Rattanakiri. 's Nachts waren jagers zo vriendelijk om een deel van het bos in de fik te steken zodat wij geen kampvuurtje meer hoefden op te bouwen. Onze ranger vertelde ons dat ze dat deden om de dieren naar de rivier te jagen. Daar wachtten zij hen op. Very bad people, volgens hem. De volgende ochtend kregen we de kans om ze persoonlijk ontmoetten. Een man en een vrouw met hun twee dochtertjes... Ze hadden niets gevangen. Het leven zoals het is.
Ook hebben we in Banlung het voorrecht gehad om van dichtbij te zien hoe de Cambodianen het Khmer Nieuwjaar vieren. Eigenlijk leek het wel heel erg op de familie feesten van bij ons: Samenkomen met familie of vrienden, eten, drinken, nog meer eten, zuipen en nog meer vreten. En dat dan 3 dagen achter elkaar. Al hoewel... Reken maar een week. Want toen wij eerder wilden vertrekken ging dat niet. "The driver was still drunk".
14. Met de minivan van Banlung naar Stung Treng om de volgende dag de grens naar Laos over te steken. Reizen met minivan in Cambodia blijkt een speciale ervaring te zijn. Onze bus had 14 plaatsen, maar de buschauffeur was creatief genoeg om er 23 mensen MET bagage in te krijgen. En dat we dan door een te kort genomen bocht over een kuil de grond raakten en de reserveband verloren leek hem niet in het minste te deren. Gewoon doorrijden was zijn eerste reactie. Aan de grens was het alweer tijd voor ons volgende avontuur. We hadden ons voorbereid en wisten dat de douaniers om onofficiële stampfees (lees: drinkgeld) gingen vragen. Daar waren wij het niet mee eens. In Cambodia kregen we het voor elkaar. Er waren twee loketten. Eentje voor Stef en eentje voor mij. Eerst een uitgangsstempel in onze paspoort en dan mocht de rest. De discussie laaide hoog op toen Stef een foto van ze maakte. Discussie is misschien een groot woord als we de woordenwisseling beschrijven: "ERASE PICTURE!!! ERASE PICTURE!!" en "OK, GIVE BACK OUR PASSPORT WITH STAMP" x 5.
Het lukte. Vol trots en zelfvertrouwen stapten we de douaniers van de Laose grens tegemoet. 1 dollar boete voor overtime. Oh dat valt nog mee, dachten wij. Daar gaan we geen stennis rond maken en we lieten onze vechthouding een beetje varen. Onze namen worden geroepen. We krijgen onze paspoorten terug. Maar eerst moeten we ze nog eens 3 dollar stampfee betalen. We proberen het met alles. "Krijgen we een bewijs voor onze baas? Waar is de 3 dollar voor? We hebben geen dollars meer. We kunnen enkel nog 3 voor ons twee betalen... Onze argumenten worden zwakker naarmate de rest van de groep aan het loket naast ons zonder te morren hun stampfees betalen... Deze keer heeft de corrupte douane gewonnen... De stand staat 1-1 en nog één grensovergang te gaan ;-). Wordt vervolgd... Met onze avonturen in Laos.

Foto’s

2 Reacties

  1. Evelyne:
    23 juni 2015
    Dit is dus een reisverhaal met terugwerkende kracht .
  2. Carla:
    24 juni 2015
    Amaai met verbazing jullie verhaal gelezen! Jullie maken toch vanalles mee zowel leuke als spannende dingen! Echt fijn om te lezen! Dikke knuffel voor jullie! En volgende grensoversteek kom op!!! Xx